zaterdag 8 mei 2010

Pret met een exoskelet

Opeens begon het te steken, dat zinnetje onder mijn foto in de MotoPlus. Dat slappe “ik wil ooit nog eens een knietje aan de grond rijden”. Niks willen, doen! Dit jaar moet het gebeuren. Onder deskundige leiding, dat wel. Het is niet de bedoeling dat ik het vege lijf de eerste de beste polderweg af katapulteer. Dus zal ik me vanaf nu wat vaker op een circuit vertonen om mij te laten bijscholen in de fijnere kneepjes van het Bayliss-gevoel.

Daar zijn spullen voor nodig, onder andere een leren pak. Nu heb ik al een leren pak, dertig jaar geleden gekregen van mijn oma, die van haar AOW toch altijd genoeg wist te sparen om haar kleinkinderen heel erg te verwennen. Oma vond dat motorrijden maar een gevaarlijke bedoening en daar had ze natuurlijk helemaal gelijk in. Net zoals haar hele generatie had oma trouwens altijd gelijk. Mocht ik daaraan twijfelen, dan maakte ze aan iedere discussie een eind door te stellen dat zij de oorlog had meegemaakt en dat ik maar een snotneus was die net kwam kijken. Onweerlegbare logica.

Omdat ik het pak lang niet had aangehad (ik schat ongeveer zevenentwintig jaar) duurde het even voor ik het gevonden had, onder in de stapel “diverse motorkleding”. Ik kwam spullen tegen, waarvan ik allang vergeten was dat ik ze ooit gekocht had! Echte Belstaff-overschoenen van zeildoek die je in de oven moet opwarmen en dan met parafine waterdicht impregneren, waar zie je die bijvoorbeeld nog?
Eenmaal gevonden bleek het pak (Euroleathers, destijds voor rond de zeshonderd gulden gekocht bij de Leertent in Amsterdam) niet geheel meer aan moderne eisen te voldoen. Protectie zit er bijvoorbeeld niet in. Niks-nop-helemaal niet. Er zitten dubbel lagen leer op schouders, billen, ellebogen en knieën, en daar moet je het mee doen. Maar dat was niet het grootste probleem. Het pak is namelijk gekrompen en niet zo’n beetje ook! Tussen beide helften van de rits van het jasje gaapt nu een kloof van om en nabij de vijftien centimeter. Ook heel heftig adem inhouden brengt de ritshelften geen millimeter dichter bij elkaar.

Het moest dus een nieuw pak worden. Eerst wat rondgekeken op het Internet en in mijn stapel motorbladen om mezelf op de hoogte te brengen van eisen en kosten en toen… Op naar de Motorbeurs Utrecht! Op zondag, want door omstandigheden kon ik niet op een andere dag. Jullie trouwens ook niet, collega-motorrijders, want volgens mijn telling waren jullie er allemaal, die zondag. Gezellig, maar beredruk! Gelukkig was ik vroeg begonnen met mijn zoektocht naar het ideale pak. Rond half elf stond ik al voor het eerst midden op de beurs in mijn onderbroek. Voorafgaand had ik Patrick, de vriendelijke verkoper, op de hoogte gebracht van mijn eisen betreffende het pak. Veel protectie moest het hebben, zo’n Quasimodo-bult mocht, maar hoefde niet en mijn rugprotector moest er goed onder passen. Verder wilde ik een tweedeler, met stretch in kruis en onder de oksels en moest de rits die beide delen met elkaar verbond, aan het leer vastzitten.
Dat laatste elimineerde al die leuke combinaties van “dan doen we een losse broek met een leuk jack erbij”. Daar blijken de ritsen namelijk aan de voering vast te zitten en dan kun je net zo goed in je t-shirt het circuit op.

Het passen begon. En het zweten ook. Snotverju, dit is nog eens andere koek dan een overhemd kopen. Nu begreep ik hoe een kreeft zich moet voelen in zijn exoskelet. En ineens had ik een diep inzicht in de geestelijke wereld van Robocop. “Het went”, zei Patrick en we gingen een motor zoeken om de pasvorm in actie te testen. Dus heb je die zondagochtend op de beurs iemand in een zilverkleurig leren pak, op sokken, naast en van een stilstaande Honda zien hangen, dan was ik het.

Na een imaginair rondje Cartagena begon het pak inderdaad te wennen. Het geeft wel een veilig gevoel, het idee dat al je organen, vitale én edele delen stevig verpakt zitten in een strakke leren zak met hardplastic glij-ijzers. De koop werd gesloten. Later die dag bedacht ik me dat een regenoveral ook wel handig zou zijn. Nou waren die gelukkig overal te koop, voor weinig. Thuis gekomen trok ik het pak nog even aan en probeerde ik ook de regenoverall er overheen te krijgen. Dat blijkt ongeveer net zo’n grote uitdaging als het knietje aan de grond krijgen. Wat een worsteling! Het zou best nog wel eens spannend kunnen worden wat me dit jaar het eerst gaat lukken. Maar hou in ieder geval het tekstje onder mijn foto in de gaten…

Deze column verscheen eerder in MotoPlus 7/2007. Beide knieën hebben intussen veelvuldig het asfalt getoucheerd. Gelukkig niet gelijktijdig.